Navigatie en bediening

In dit hoofdstuk krijgt u de algemene bediening van ELO Java Client gepresenteerd. Concrete handelingen vindt u in de hoofdstukken over de handelingen of de tabbladen.

Navigatie tussen de functiegebieden

Om van het ene functiegebied naar het andere te gaan, heeft u de volgende mogelijkheden:

• Mijn ELO: kies de knop Mijn ELO om van daaruit met behulp van de tegel naar het gewenste functiegebied te gaan. Deze manier is altijd beschikbaar.
• Navigatiebalk: kies in de navigatiebalk direct het gewenste functiegebied. Deze manier is alleen beschikbaar, wanneer de tegel van het functiegebied aan de navigatiebalk is vastgemaakt of wanneer u de tegel hebt vastgemaakt, zoals beschreven in het hoofdstuk Tegel aanmaken.
• Sneltoetsen vastleggen: via Menulint > Gebruikersmenu [uw naam] > Configuratie > Snelle toegang tot functies (ELO Java Client)/Sneltoetsen (ELO Web Client) kunt u sneltoetsen vastleggen waarmee u de afzonderlijke functiegebieden direct oproept of naar het volgende functiegebied gaat. De volgorde bij het wisselen naar het volgende functiegebied begint met Mijn ELO en volgt daarna de rangschikking van de functiegebieden in het tegelgebied.

Functies gebruiken

Contextgebonden functies: functies kunnen alleen worden gekozen, wanneer ze in de huidige context kunnen worden gebruikt. Anders worden ze grijs of niet weergegeven. De meeste functies zijn contextgebonden.

Om ze te gebruiken, moet u een verband met een map of document tot stand brengen door deze/dit te markeren. Nadat u het item hebt gemarkeerd, selecteert u de functie. In de meeste gevallen verschijnt vervolgens een dialoogvenster of een ander bedieningselement dat u verder zal begeleiden.

Contextloze functies: enkele functies zijn niet contextgebonden en kunnen dus op elk moment worden gebruikt. Deze functies houden geen verband met geselecteerde items. Voorbeelden voor contextloze functies zijn Vervanging instellen of Bijwerken.

ELO Help oproepen

In Gebruikersmenu [uw naam] vindt u de ELO Help. Wanneer u informatie over een concreet dialoogvenster nodig hebt, selecteert u in het dialoogvenster het vraagteken-symbool.

In ELO Java Client kunt u de Help-functie als alternatief met de F1-toets oproepen.

Contextmenu

U bereikt het contextmenu door met de rechtermuisknop op een item te klikken. Als alternatief gebruikt u bij een geselecteerd item de MENU-toets.

Het contextmenu bevat geselecteerde functies die u ook in het menulint vindt. Afhankelijk van het gekozen functiegebied kunnen de functies in het contextmenu anders zijn.

In ELO Java Client: u kunt via de configuratie functies aan het contextmenu toevoegen of verwijderen (op te roepen via: Gebruikersmenu [uw naam] > Configuratie > Snelle toegang tot functies). Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Menulint aanpassen. De werkwijze voor het contextmenu komt overeen met de werkwijze voor het tabblad Favorieten.